SNEAK PREVIEW. In Geert 2.0: Tom Kellerhuis kende Pim vele jaren en interviewt hem nog een keer. Over Geert. Deel 1
Hij heeft zich inmiddels al ontelbare keren omgedraaid in zijn graf. Hij kiest zijn woorden weloverwogen, met dat kenmerkende lichte Rotterdamse accent. Zijn volzinnen komen er immer vloeiend uit. De ironie, de spot, de eruditie en zijn humor druipen er nog steeds vanaf. Hij is wel oud, erg oud geworden. In 2025 (hij is van bouwjaar 1948) zou Pim Fortuyn 77 zijn geworden. Naarmate het gesprek over de moord, de toekomst van Nederland, de asielcrisis en Geert Wilders op gang komt, beginnen ook zijn ogen weer te fonkelen: ‘Afgezien van wat mij is overkomen, wat natuurlijk verschrikkelijk is, heb ik wel een mooie erfenis nagelaten.’
Beste Pim, hoe is het met je?
“Niet al te best. De gaten van de kogels die van links kwamen, vijf in totaal maar liefst afgeschoten uit een Spaanse Firestar M43, zitten nog in mijn klamme lijf. Ik lig in Provesano, tussen Venetië en Triëst, al een tijdje onder de grond. We zullen het ermee moeten doen, nietwaar? Ik had zo graag nog één keer willen vlammen, zowel in mijn werk als in de liefde. Maar ik ben vermoord, zonder dat ik mijn emotionele en maatschappelijke ambities heb kunnen realiseren. Dat was mijn grootste angst die werkelijkheid is geworden. Er zijn heel wat mensen die mij nooit meer wilden terugzien, maar dat is nooit wederzijds geweest. Wat veel erger is: ik heb hier nog geen god gezien. Die bestaat dus helemaal niet. Terwijl ik notabene als jongetje priester wilde worden! Ik droomde er zelfs van ooit plechtig ingehuldigd te worden als bisschop. Let op mijn woorden: als het aan mij had gelegen was ik paus geworden. De tweede Nederlandse kerkvorst na Adriaan Floriszoon Boeyens, de zoon van een eenvoudige scheepstimmerman uit Utrecht. Maar je kunt het ook positief zien: van dat religieus besef ben ik gelukkig verlost. Het laatste beetje katholicisme dat nog in mij zat – ik was een Reviaan – is geheel verdwenen.”